zondag, november 26, 2006

The Red Center

Ter ingeleide
BEZOEK, BEZOEK, BEZOEK!!!
Inderdaad, we hebben de afgelopen 6 weken veel bezoek gekregen! De gemiddelde B&B zelfstandige zou er voldoende geld uit verdiend hebben om zijn levensdroom te kunnen verwezenlijken: een echte job met een 38-uren week! Non-profit organisatie "K&K inc." had echter, uiteraard, andere objectieven die hierna zullen moeten blijken.

De aanloop werd genomen met L&K (nu we toch bezig zijn met afkortingen) zoals de trouwe lezer uiteraard alweer doorhad voor ik het meldde, dan kwamen broer Jan met vrouw Inge. J&I (zoals we ze verder uiteraard zullen noemen) vormen een sterk staaltje van twee-eenheid* in biologische kennis en reismatig vernuft! Tenslotte hadden wij (K&K voor zij die niet meer mee zijn) het genoegen Hooggeachte-mevrouw Moeke en vriendinnen (die we verder de fictieve namen Palmyre en Marie-Claire meegeven) te ontvangen en begeleiden. Dit alles had als gevolg dat we veel meemaakten en afreisden, vandaar, u weze gewaarschuwd: komende blogs bevatten veel feiten en dinges!

't Is ondertussen al een paar weken geleden dat we naar het 'Red Center' van Australië geweest zijn. De herinneringen hangen nog rond in ons hoofd, een beetje als op het kerkplein na de zondagsmis: 'zouden we nu naar huis gaan, of hangen we nog wat rond?' Om ze wat te helpen smijten we ze in cyberspace, waar ze mogelijks vereeuwigd worden.

Een oud Australisch gezegde klinkt als volgt: koorie-nam-taatu-oolie-wop-wop. Vrij vertaald: 'ga nooit alleen naar de woestijn, het is er warm en als je verloren loopt heb je niemand om tegen te kletsen'. Dit indachtig gingen we dus niet alleen, maar samen met J&I. Op vrijdagmorgen (20 oktober) vertrokken we heel vroeg uit Sydney richting het rode centrum; rood omwille van de kleur van de grond. We hadden een 6-daagse gepland met de auto, waarbij we van het centrum naar het uiterste noorden zouden reizen. Zo gezegd, zo gedaan.

Dag 1: Uluru
Uluru betekent in de taal van de aboriginals: grote rots ... begrijpelijke benaming want met een omtrek van ongeveer 9 km en een hoogte van 248 m is de rots inderdaad gigantisch. We zijn begonnen met het maken van enkele kleine wandelingen rond Uluru ... BLOEDHEET en VLIEGEN (de beestjes, niet het luchtverkeer)... maar verder zeer idyllisch. Vooraf denk je bij jezelf: Gôh, 't zal wat zijn; massa's toeristen die naar een rots gaan kijken... ik zal weer nergens op mijn gemak de patatten kunnen afgieten. Maar het is echt wel een ongelooflijk natuurfenomeen, dat je op foto niet kan vatten. Ik ga je hier verder niet vervelen met de geologische eigenschappen van het gesteente; geïnteresseerden kunnen dit nalezen op Wikipedia.

Uluru 's Avonds hebben we ons dan gewaagd aan één van de meest toeristische attracties van Australië: Uluru bij zonsondergang. Het dimmende zonlicht kleurt de steen eerst oranje en als de stralen van de ondergaande zon onder een lage hoek invallen krijgt het gesteente voor enkele ogenblikken een karmijnrode kleur.


Dag 2: Alice Springs
Simpson desert Alice Springs ligt ongeveer 400 km van Uluru. Vanuit het vliegtuig krijg je een beeld van de echte woestijn: met zijn zoutvlaktes, lege rivierbeddingen, bergketens, etc... lijkt het onmogelijk dat daar iets/iemand kan overleven, laat staan wonen. En toch... wegen en andere sporen duidden wel degelijk op menselijke aanwezigheid. Echt de moeite om te zien!

In Alice Springs hadden we het 'geluk' dat de Master Games van Australië bezig waren. (Master slaat niet op het sportief vernuft van de deelnemers, wel op hun gevorderde leeftijg: een soort Olympische spelen voor mensen die net te jong zijn voor de Senior Olympics). Als gevolg daarvan was er enkel nog plaats was in de herberg van de Crowne Plaza ... Luxe dus in de woestijn!

Standley ChasmOnze enige namiddag in Alice Springs hebben we verkwanseld aan een rit naar de dichtsbijzijnde bezienswaardigheid: de West MacDonnell Ranges. Dit is een brok van een bergketen, net buiten Alice, 650 km lang en als toeristische hoogtepunten een aantal kloven en oases (Simpson Gap, Standley Chasm). Bij de eerste kloof zou een mens denken: "Moet ik daar nu naar de andere kant van de wereld voor vliegen? Om hier dan in de hitte naar een stuk van een kloof en een plas water te staan kijken?" De sluipende ongerustheid die gepaard gaat met dergelijke negatieve overpeinzingen werd vakkundig de kop ingedrukt door 2 dingen:

  1. Een vage Aha-Erlebnis door het geheel in de context van de omgeving te plaatsen.
  2. De volgende kloof.
De tweede kloof was niet alleen spectaculair, maar ook voer voor een onderhoudende klauterwandeling. Aan het begin van de wandeling stond dat het enkel voor ervaren wandelaars was met een goede uitrusting, maar Koen heeft bewezen dat het met zijn 'off-road' teensletsen ook ging.

Dag 3: Van Alice Springs naar Tennant Creek
Abo schildering
's Voormiddags is er markt in Alice Springs, niet elke voormiddag, maar dus wel die bewuste voormiddag. Er werd vooral veel werk van Aboriginals verkocht, maar niet altijd door Aboriginals. Het algemene gevoel bij de Aboriginal (voor mij dan toch) is 'compassie'. Het is een verloren volk ... De cultuurshock moet enorm zijn, onoverbrugbaar ... maar ze kunnen ook niet meer terug naar vroeger. Ze zijn enerzijds veel vergeten van hun eigen cultuur en anderzijds, waarom zouden ze terugwillen nu ze weten wat voor een luxe er in de huidige wereld is. Het is een discussie voor een ander moment, maar het zal me altijd bijblijven.

Na de middag zijn we dan begonnen aan onze 1500 km naar the Top End, Darwin. Als je naar het noorden wil vanuit Alice, is er maar één baan die je kan nemen: de Stuart Highway, ook wel 'Explorer highway' genoemd (mogelijks in een poging om meer toeristen aan te trekken - wat niet goed lukt gezien de opvallende afwezigheid van de drukpratende, spleet-ogende, foto-trekkende medemens). Het is een 2-vaks die zoals ze zelf zeggen 'dead straight' is, zonder snelheidsbeperkingen. Het minste bochtje zie je van mijlenver aankomen, net als de 'road trains'. Dit zijn kolossen van vrachtwagens met soms wel vier opleggers!

Baantrein
Vrij snel (ttz, na een korte tijdspanne, niet dat we er niet stopten voor een foto en eens plassen) staken we de steenbokskeerkring over en daarna reden we aan een gezapig tempo'tje (150 km/u - inderdaad slechts 150, om een niet nader verklaarde reden kon de cruise control niet hoger ingesteld worden-) naar de Devil's Marbles. Dit zijn grote ronde stenen, die binnen de cultuur van de Aboriginals eieren voorstellen van de regenboogslang. Niks speciaals zou je zeggen, ware het niet dat er voor de rest, in geen honderden kilometers omtrek stenen liggen... alleen maar rood zand... wicked!

Ow, wacht... wat zijn die groene bomen daar langs de weg??? Wat staat er op dat bord langs de weg ??? Mango-ijs??? Red Center Farm??? We zitten hier middenin de woestijn ... Pure goesting en nieuwsgierigheid deed ons de oprit van de kwekerij oprijden. Het was het verkeerde seizoen voor mango's maar ijscrème en Mango-schuimwijn was er in overvloed! Ja meneer, nog voor 400 jaar water in de grond... het enige dat wij verbruiken is stroom voor den airco en stroom voor de pompen... en we gaan overschakelen op zonnepanelen... Pompen maar!

Tennant Creek (500km verder) was onze eindbestemming en is op zich niet zo bijzonder. De pub is zo'n beetje de sociale ontmoetingsplaats en verder is er niets. En wat konden we beter doen dan 's avonds een Sunday Roast te gaan eten in de pub (tip: niets, want er was niets anders)? Eum... Yummy?!

Dag 4: Van Tennant Creek naar Katherine Gorge
GOUD, GOUD, GOUD!!!
Wat een kick, het goud ligt hier gewoon om te rapen. Je gelooft het niet als je het zelf niet gezien hebt, en de overvloed aan zon doet het nog extra fonkelen ook. 'Hier' is niet de volledige woestijn uiteraard, maar een oude goudmijn waar een gepensioneerde gepassioneerde meneer (laat ons het woord zot niet in de mond nemen) de verdwaalde voorbijgangers het leven in de goudmijn uit de doeken doet. Ik denk niet dat er een betere gids bestaat voor zulke setting! Een pikhouweel, hamer, beitel en uiteraard de nodige explosieven zorgden over het algemeen voor veel miserie, maar soms ook voor wat goud! De mijn is ondertussen niet rendabel meer, maar je kunt de ijzersteenaders zien waarin het goud zit. En wie braaf is, krijgt van ons misschien een steentje met goud erin...

En dan begon onze langste dagrit: 700 km. Alweer een rit dwars door desolate en verbluffende landschappen met verre einders: rode rotsen en bergen, blauwe lucht en groen (?! soms toch) Australisch gras. Hier en daar passeerden we door een oud spookstadje, met het tankstation als de centrale ontmoetingsplaats (een soort hotel-restaurant-cafe, maar dan eerder winkel-frietkot-tankstation). Aan het uithangsbord binnen hangt er: de doktor zal aanwezig zijn in de laatste week van augustus... eum... dat is al gepasseerd!? Of is het de aankondiging voor volgend jaar? De gemiddelde rondhangende Aboriginal zal zich wel gezond houden met een gekauwd en gegist mengsel van walabikeutels zeker?


Zwembad ... allez toch bijna

Onze laatste stop van de dag: Mataranka, bekend om zijn warmwaterbronnen. Het was jammergenoeg wat de druk om in de glasheldere bronnen te zwemmen, maar een beetje verder zijn we dan toch in de rivier gesprongen. Ik, het mietje van het gezelschap, ben er niet zo lang ingebleven omwille van de waarschuwingsborden naast de poel dat er krokodillen konden zitten! We hebben er geen gezien, maar ik verwacht nog steeds ergens 2 ogen te ontdekken op een van onze foto's!

Dag 5: Van Katherine Gorge naar Darwin

Katherine GorgeKatherine is maar 300 km van Darwin meer, dus we hadden hier voldoende tijd om het gebied te verkennen. Katherine is beroemd omwille van de prachtige kloven uitgesleten door de Katherine River. We hebben in de voormiddag een kano gehuurd en hebben een stukje van de Gorge afgevaren. Wat rustig rondpeddelen, een beetje zwemmen, krokodillen zoeken (eerder vermijden)... die 4 uur waren te rap voorbij ...

Darwin zelf is niet echt de moeite; er is niet echt veel te beleven. De stad is al enkele keren met de grond gelijk gemaakt, en daar kan je de tekenen wel van zien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het 64 keer gebombardeerd door de Japanners waarbij er 243 doden vielen. In 1974 op kerstavond raasde de cycloon Tracy nog eens lekker over Darwin en verwoeste het opnieuw. Ze proberen het wel aantrekkelijk te maken voor de toeristen (restaurantjes, activiteiten), maar de stad mist een ziel.

Dag 6: Litchfield National Park
Voor onze laatste dag zijn we naar het aards paradijs getrokken, Litchfield N.P. Dit nationale park ligt in het woongebied van de Aboriginals van de stam van de Wagait. De natuur is ongelooflijk prachtig... als het geregend heeft, ietsje minder in het droge seizoen. De termietenhopen zijn bizar: gigantische kolossen, en hier zijn ze perfect noord-zuid gericht... weird... Na de lange reis in de auto besloten we de tocht af te sluiten met een dagje aan een waterval: boekje lezen, zwemmen, waterstraalmassage onder de waterval, ... zalig! Het perfecte einde van de perfecte vakantie.

*Moest Onze Lieven Heer er ooit de brui aan geven en zijn erfenis definitief overlaten aan Zijn Zoon, dan stel ik voor dat desbetreffende samen met zijn toverhoed en bijhorende Duif-annex-Heilige Geest, een voorbeeld nemen aan J&I over hoe een twee-eenheid behoort te functioneren! -let op het kleine lettertype, mogelijks vermindert dit de aanstoot die sommige lezers zouden kunnen nemen aan deze hoogst persoonlijke bemerking/overpeinzing.-

4 Reacties:

Op 29 november 2006 om 11:50, Anonymous Anoniem schreef...

Hoi Kim en Koen,
Ik dacht, we zullen eens van ons laten horen vanuit de verre kempen. Als jullie zo'n mooie foto's blijven posten, zal er hier onder mijn bureau een rivier van kwijl ontstaan. Ik moet me inhouden om m'n spaarpot niet te plunderen en jullie hoogst persoonlijk niet lastig te komen vallen om al dat moois met eigen ogen te aanschouwen. Ondanks dat gevaar, blijven posten zodat wij al kwijlend van jullie avonturen kunnen meegenieten.
PS: We zullen jullie missen aan het kerstmisdiner.

 
Op 29 november 2006 om 20:48, Anonymous Anoniem schreef...

De literaire kwaliteiten van jullie relaas stijgen evenredig met met goesting om eens langs te komen.

Ik begin zowaar ghost writing van een tanende blonde god te vermoeden.

Affijn, ik troost me met de gedachte van de bomma: "België kan ook schoon zijn".

 
Op 1 december 2006 om 21:20, Anonymous Anoniem schreef...

Hey K&K,
als je nog es naar de Red Centre gaat, moet je eens wat meer tijd uittrekken voor de tocht tussen Uluru en Alice Springs. Kings Canyon, Ormiston Gorge en Palm Valley vonden wij namelijk schitterend, al zijn de vliegen idd overal even k&§&è§)t...
En der zijn ook heel wat mooie wandelpaden langs de West Mc Donnald ranges. Der moet daar zelfs één of andere loodzware 14-daagse tocht mogelijk zijn. Niet voor doetjes, en best wachten tot in 't voorjaar...
Vele groeten L&K

 
Op 12 december 2009 om 06:26, Anonymous Anoniem schreef...

Bedankt voor een interessante blog

 

Een reactie posten

<< Home